Zeker beginnend wielrenners hebben hun traptechniek vaak onvoldoende ontwikkeld. Het geldt echter ook voor sommige atleten die al langer fietsen, maar nooit stil hebben gestaan bij de manier waarop ze hun trappers ronddraaien en de vraag of dit efficiënter kan. Aangezien vrijwel iedere Nederlander van kleins af aan leert fietsen, is het beheersen van een fiets vaak niet het probleem, maar traptechniek is een ander verhaal. Op een normale fiets blijven je voeten namelijk los van de trappers en gebruik je dus alleen duwkracht en geen trekkracht. Het zorgt ervoor dat veel renners nog altijd onvoldoende gebruik maken van trekkracht en daar soms snelheid door laten liggen. Gelukkig kun je hier aan werken.

Het lijkt wellicht simpel: je trappers rondtrappen. Toch is ook dat een kwestie van techniek en kun je jezelf dus verbeteren door er aandacht aan te besteden. De trekkracht die je gebruikt bij het omhoog halen van je been – dus op het moment dat je andere been naar beneden beweegt – is niet eens direct bedoeld om extra snelheid te behalen door de trapper zowel te trekken als duwen. Trekkracht ontziet met name het andere been dat duwt, doordat je niet met het gewicht van je been de omhoog bewegende pedaal tegenhoudt.

Er zijn een paar oefeningen die je zou kunnen doen om meer profijt te hebben van trekkracht. De eerste is meteen het makkelijkst: let er eens constant op. Door er bij stil te staan en jezelf te dwingen goed gebruik te maken van trekkracht, maak je de techniek eigen en wordt het uiteindelijk natuurlijk. Om goed te kunnen zien of je de trappers efficiënt ronddraait, zou je een niet al te steile heuvel op kunnen fietsen; dan merk je meteen of je afremt of juist snel vooruit gaat.

Een andere oefening die je kunt doen om aandacht te besteden aan je traptechniek, is fietsen met één been. Zo moet je namelijk wel volop gebruik maken van trekkracht. Wissel uiteraard beide benen af. Ook kun je stukken fietsen in een verzet dat net wat zwaarder of lichter is dan je gebruikelijk zou kiezen. Dit helpt je om verschillende trapfrequenties te trainen en je lichaam eraan te laten wennen.