Race jij altijd met een Snelle Jelle, Snickers of banaan achterin je trisuit of plak je er zelfs het frame mee vol? Ooit overwogen om over te stappen op volledig vloeibare energie tijdens een wedstrijd? Steeds meer atleten doen dit, vooral bij de professionals wordt er nog maar weinig tot geen vaste voeding gegeten tijdens een race. De meeste nemen zelfs hun eigen drankjes mee, in ieder geval tot de man met de hamer komt en iedereen toch nog zwicht voor het enige echte ‘Coca-Cola effect’.

Maar hoe pak je dat nou aan? En waarom zou je het überhaupt proberen? Overstappen op een ander voedingsplan is spannend en moet je dan ook niet van de één op andere race zomaar doen. Het is belangrijk om er eerst langzaam in trainingen aan te wennen. Daarbij werkt voor sommige mensen vaste voeding natuurlijk gewoon beter. Toch ervaren veel mensen een paar voordelen van vloeibare voeding. En die zetten wij graag voor je op een rij.

Eenvoudig snelle energie en andere voordelen van vloeibaar ‘eten’
De voornaamste reden dat veel atleten overstappen op een vloeibaar ‘dieet’ is dat het in één klap aan zowel de brandstof- als hydratatiebehoeftes voldoet zonder dat het zwaar op je darmen valt. Om hier aan te wennen is het dus belangrijk langzaam te beginnen, met bijvoorbeeld: 50 gram koolhydraten op één liter water/elektrolyten. Dit kan dan worden opgevoerd – als de darmen niet protesteren – tot maximaal 90 gram per uur (dit is volgens onderzoek het maximale aantal gram koolhydraten dat een lichaam per uur kan opnemen).

Voor atleten met gevoelige darmen kan het helpen om dranken te kiezen die vrij zijn van proteïne en vet, aangezien een lichaam meer moeite heeft dit te verteren.

Behalve dat vloeibare voeding minder zwaar op de maag valt, haalt je lichaam er makkelijker energie uit dan uit vaste voeding. Dit zou natuurlijk prestaties positief kunnen beïnvloeden. Zo toonde een recente studie van de International Journal of Sport Nutrition and Exercise Metabolism aan dat het innemen van vaste energierepen tijdens een intense fietsrit sneller tot darmklachten leidde in verhouding tot gels en sportdrank. Uit de overigens kleine studie onder twaalf goed getrainde fietsers kwam ook naar voren dat de piekprestatie hoger was bij het gebruik van gels dan wanneer vaste voeding werd gebruikt.

(tekst gaat verder onder foto)

Een frame vol getaped met repen en crackers. (Foto: Romy Louise van Schooneveld)

De keerzijden
Zoals met iedere ‘brandstof strategie’ zijn er altijd keerzijden. Zo kan het op koude dagen lastig zijn genoeg te drinken, aangezien het lichaam minder dorstsignalen geeft. Daar komt ook bij dat je voedingsplan in het water valt op het moment dat je een bidon verliest. Aan de andere kant kan een reep natuurlijk ook vallen; fietsen en eten tegelijkertijd blijkt nog altijd een kunst. Sommige atleten ervaren geen vol gevoel wanneer ze alleen maar drinken, op een lange afstand ontstaat dan soms een grote behoefte aan vaste voeding wat gewoon zwaarder op de maag valt en niet klotst. Tot slot reageert uiteraard iedereen anders op voeding: dus wat een onderzoek ook zegt, het blijft persoonlijk. Desalniettemin kan proberen natuurlijk nooit kwaad.