Toen ze ruim twee weken geleden in Pontevedra als eerste over de finish kwam van het WK Cross Triathlon voor Junioren, wist ze niet of ze nu moest lachen of huilen. Van geluk om precies te zijn, want het feit dat ze wel eens Wereldkampioen kon worden, daar had ze eigenlijk geen rekening mee gehouden. ,,Inmiddels is het idee een soort van ‘normaal’ geworden. Het klinkt best gek, maar het is een beetje geland dat ik Wereldkampioen ben geworden.”

Superlatieven als ‘heel vet’ en ‘supergaaf’ passeren de revue als we Fuite vragen naar het gevoel dat ze heeft als ze terugdenkt aan de wereldtitel die ze twee weken geleden, toch wel een beetje onverwachts, pakte. ,,Maar los van dat het heel tof is, is het ook wel heel gek. Het was mijn eerste WK, dus dan wil je jezelf ook niet teveel eisen stellen. Je weet dat het niveau hoog is en hoopt gewoon een beetje mee te kunnen draaien in zo’n wedstrijd. Ervaring opdoen, zeg maar.”

Al tijdens het fietsen had Fuite echter door dat ze wel heel goed in het deelnemersveld lag en zelfs voor een podiumplaats streed. ,,Ik haalde wat meiden in en ondertussen zat ik een beetje te rekenen in mijn hoofd. Ik had het idee dat ik derde lag, maar bleek zelfs tweede te liggen. Toen ik weer van de fiets stapte, hoorde ik vanaf de kant dat ik nog maar dertig seconden achter de koploopster liep. Ik dacht alleen nog maar dat ik wel eens Wereldkampioen kon worden. Mijn benen voelden goed en ik ben gewoon volle bak gaan lopen.”

Al snel achterhaalde ze de koploopster van dat moment. ,,Erop en over. Ik wilde geen risico lopen dat ze nog kon aanhaken en dat we uiteindelijk zouden moeten sprinten om de zege. Gelukkig was dat niet meer nodig.”

Inmiddels kreeg Fuite de afgelopen twee weken heel veel leuke reacties. ,,Mijn ouders en broertjes waren mee, dus dat was leuk. Ook mijn vriendinnen waren helemaal verbaasd toen ze hoorden dat ik Wereldkampioen ben geworden en op school heeft iedereen me ook nog verrast.”

Fuite kan het dan ook niet laten om wat mensen te bedanken. ,,Natuurlijk mijn drie trainers, Armand, Tanja en Dyanne. En natuurlijk mijn ouders en de groep waarmee we in Pontevedra waren. Het zijn allemaal mensen die ervoor gezorgd hebben dat ik dit kon bereiken.”