Het is voor Marco Akershoek geen seizoen waar hij op hoopte: na een prima start in mei beleeft hij nu een zowel mentaal als fysiek ‘pittig jaar’. De 37e plaats die hij gisteren tijdens de ETU Sprint Cup Kecskemét (Hongarije, red.) pakte, stemt hem dan ook best tevreden. ,,Ik heb alles gegeven en voor nu is dit dan gewoon alles dat er bij mij in zit.”

De race begon meteen prima voor Akershoek. Hij zat er tijdens het zwemmen goed bij, ondanks dat hij net een beetje aan de verkeerde kant van de groep zwom waardoor hij de boeien telkens aan de buitenkant moest ronden. Toch hield hij aansluiting en ontstond op de fiets al snel een groot peloton. Het parcours – rondom het meer waarin werd gezwommen – kende lange, rechte, brede wegen. ,,In de groep hoefde ik nauwelijks te trappen, maar reden we wel regelmatig boven de vijftig kilometer per uur. We kwamen terug met een gemiddelde van ruim 45, terwijl het wattage juist laag lag. Wat ik wel merk is dat ik, nu ik wat ouder en misschien ook wijzer word, sneller bang ben om te vallen.”

Angst: ‘Ik miste de ballen om me er vol in te gooien’

Die angst had dan ook effect op Akershoek toen hij in de tweede wisselzone kwam. ,,Vroeger zou ik me dan gewoon vol in de groep gooien om zo snel mogelijk te wisselen. Daar had ik nu de ballen niet voor. Daardoor kwam ik een beetje vast te zitten in het gedrang en moest ik zelfs een paar keer wachten omdat een aantal gasten me voorbij stak. Bij het begin van het lopen liep ik achteraan de groep en had ik een seconde of twintig verloren. Dat loop je moeilijk dicht.”

Vanzelfsprekend gaf Akershoek nog wel alles tijdens het lopen, maar het was niet genoeg om hoger dan een 37e plaats te komen. ,,Ik liep een beetje achter de feiten aan. Aan de andere kant, in dit veld (er stonden 70 atleten aan de start, red.) kon ik wel weer gewoon meekomen. Dat geeft vertrouwen.”

‘Ik sukkel met mijn wedstrijdgewicht’

Akershoek haalt nog maar eens aan dat hij zowel fysiek als mentaal een zwaar seizoen beleeft. ,,Ik sukkel sinds mei een beetje met mijn wedstrijdgewicht en ben een paar kilo zwaarder geworden. Om het juiste wedstrijdgewicht te hebben, moet je eigenlijk zo licht mogelijk zijn, zo lang dat nog gezond is. Het is redelijk extreem en de scheidslijn vormt een zeer moeilijke balans. Ik heb daar moeite mee, kan soms lastig van de snacks afblijven. Ik loop al een aantal jaar bij een voedingsdeskundige en krijg ook hulp vanuit Sittard, mijn huisarts en een psycholoog. Op dat gebied heb ik nog een lange weg te gaan.”

Aankomend weekend start Akershoek in ieder geval tijdens het NK OD in Veenendaal. Vorig jaar werd hij er – in een door de weersomstandigheden bizarre race – tweede. ,,Laten we hopen dat het dit jaar beter is. Onder normale omstandigheden zou een podiumplaats voor mij in ieder geval het hoogst haalbare zijn.”