Het mag een prestatie van formaat genoemd worden; de vierde plaats die het Nederlands team Mixed Relay afgelopen nacht tijdens de Olympische Spelen in Tokyo behaalde. Een uitgebreid wedstrijdverslag lees je hier. Na afloop stonden de vier Nederlandse deelnemers voor de camera’s van de NOS en dit was onder andere wat zij te zeggen hadden.

Maya Kingma: ‘Denk dat we zo goed waren als we konden zijn’

Maya Kingma, die de wedstrijd namens Nederland op een vrijwel perfecte manier aftrapte, met zwemmen al een gat sloeg en zo in een kopgroep terecht kwam, waar ze vervolgens tot het eind ook in bleef zitten. “Ja, ongelooflijk, dit hadden we echt niet verwacht. Ik denk dat we allemaal zo goed waren als we kunnen zijn. In mijn eerste heat zaten er wat gaatjes, maar ik ben blij dat ik op het laatst toch nog naar Jessica Learmonth kon sprinten, er met het lopen bij zat en zo Marco goed kon afzetten.”

Marco van der Stel: ‘Rest zoekt het maar uit met fietsen, alles uit de tank gehaald met lopen’

Marco van der Stel ging vervolgens als tweede van start, zwom ijzersterk en hield zo de aansluiting, reed op de fiets slim door geen kopwerk te doen en behield ook daar aansluiting, maar verloor ten opzichte van de twee snelste atleten alleen wat tijd tijdens het lopen. “Met het zwemmen zat ik heel gecontroleerd in de kopgroep. Ik heb attent gewisseld en op de fiets weinig gedaan, omdat ik wist dat het vandaag moest gebeuren en ik dan heel hard zou moeten lopen. De rest zoekt het maar uit met fietsen, dacht ik. Vervolgens heb ik alles uit de tank gehaald tijdens het lopen”, aldus de atleet die Klamer als derde wegtikte.

Rachel Klamer: ‘De rest heeft het goed gedaan, ik wat minder’

Voor Klamer was de race helaas niet waar zij op hoopte. In het water verloor ze tijd en zo kwam ze in een groepje terecht met Amerika, Frankrijk, Duitsland en België. Vervolgens werd de achterstand wat groter en verdween een medaillekans uit zicht. “Vandaag had ik helaas geen goede race. Toch ging de wedstrijd wel een beetje zoals ik had verwacht; de rest heeft het goed gedaan, ik wat minder. Toen ik met het zwemmen erin dook, dacht ik meteen: ‘oei oei, dit wordt wat’. Het fietsen ging wel iets beter dan verwacht, maar met lopen had ik weer een moeizame start. Het lukte me wel om nog wat terug te komen; ik wilde Jorik per se in een groepje afzetten.”

Jorik van Egdom: ‘Ik denk dat ik me er goed doorheen heb gebluft door vierde te worden’

De aansluiting met dat groepje dat zou strijden om plek vier tot zes werd gehaald en uiteindelijk deed Van Egdom daar precies wat hij moest doen. Tijdens het zwemmen hield hij verrassend aansluiting, op de fiets reed hij sterk mee en met lopen maakte hij het af in een eindsprint. “Er komt wel wat druk op te staan als andere teamleden het zo goed doen. Dan kun je niet verzaken. Met zwemmen moest en zou ik er bij blijven en dat lukte. Tijdens het lopen dacht ik dat ik moest laten zien dat ik de sterkste ben, ook al is dat misschien niet zo. Ik denk dat ik me er goed doorheen heb gebluft door vierde te worden. Een medaille halen was geen optie meer, dat was al onmogelijk.”