“Ik ben ‘prima blij’ hoor. Ik hou er niet van om in zak en as te gaan zitten. Het was gewoon pech, stomme pech.” Tom Oosterdijk finishte gisteren met een 22e plek in zijn eerste pro race tijdens Ironman 70.3 Texas. Helemaal tevreden is hij niet, en dat heeft alles te maken met een frustrerende situatie tijdens het fietsen, waarbij Oosterdijk twee keer in de remmen moest om een verloren bidon terug te zoeken.

Eerst terug naar het begin: de start van zijn allereerste race tussen de profs. “Het was een ‘non-wetsuit swim’ en dat had ik liever niet, maar dat gebeurt en daar kun je natuurlijk niets aan doen. Maar ik kon geen voetjes vinden met zwemmen. Daardoor kwam ik net als Michiel (De Wilde, die we eerder spraken, red.) alleen te liggen. Toen ik uit het water kwam, zag ik tien seconden voor mij een groepje van zes man.” Oosterdijk zag daarin de perfecte support om een sterk fietsonderdeel neer te zetten en wist snel aansluiting te vinden.

‘Binnen vier kilometer vloog mijn fles eraf’

Deze aansluiting verloor hij echter even snel weer. “Ik had een fles met gelletjes op mijn top tube zitten. Ze hadden hier op een paar plekken de weg opgebroken, waardoor er op een aantal delen van het parcours grote gaten of ‘bumps’ in de weg waren.” Het was precies zo’n oneffenheid die roet in het eten gooide voor Oosterdijk: “Binnen vier kilometer vloog mijn fles eraf. ‘God, wat krijgen we nu’, dacht ik. Ik bleef rustig en keerde om, om mijn fles te pakken. Ik zette hem er weer in…maar na een kilometer gebeurde het weer. Toen was ook de helft van de inhoud weg. Dat is dan wel écht balen.”

‘Dan is het groepje weg’

Niet alleen was Oosterdijk zijn voeding kwijt, ook zijn groepje was al lang weer uit zicht. “We hadden extreem veel vind mee en reden ruim 50 kilometer per uur. Als je je dan omdraait en terug probeert te fietsen, is het groepje weg. En als het twee keer gebeurt, is al helemaal iedereen weg. Ik heb daardoor 30 à 40 kilometer alleen gereden. Op een gegeven moment kwamen er wel gasten bij en kon ik nog een deel samen rijden, maar ik had gewoon geen voeding meer. Ik had zeven gels in mijn bidon zitten en de helft was weg. Toen ik van de fiets kwam, was ik daardoor gewoon leeg.”

‘Ik voelde me leeg’

Dat zorgde er dan ook voor dat Oosterdijk – voor zijn doen – geen hele snelle halve marathon kon lopen. “Ik voelde me eigenlijk gewoon leeg tijdens het lopen. Ik was niet per se kapot, maar wel flauwig. Toch stond ik er wel redelijk positief in, want ik wist wat er was gebeurd. Dan kun je in zak en as gaan zitten, maar wat doe je eraan? Ik heb tegen mezelf gezegd dat ik er maar het beste van moest maken en een beetje lol moest hebben.” Daar slaagde hij uiteindelijk absoluut in: “Het was een mooie race. En 22e uiteindelijk…ik ben zeker niet ontevreden.”

‘Dat ik nu met hen aan de start sta…Dat vind ik tof’

En dat in pas zijn eerste race als pro triatleet. “Ik heb hier al die jaren zo hard voor gewerkt. Het zien van het WK in 2017 met Patrick Lange en Lionel Sanders was de reden dat ik de hele ben gaan doen en voor de sport ben gegaan. Het feit dat ik nu met hen aan de start sta…dat vind ik gewoon super tof.” En de namen van Oosterdijk en De Wilde op de startlijst maakten ook direct indruk op de concurrentie. “Lionel Sanders had al een beetje angst van de week. Hij was de twee Nederlanders gaan volgen op Insta”, lacht Oosterdijk.

Racen als pro: ‘De dynamiek is zo anders’

Het racen als pro is wel even wat anders dan racen als Age Grouper, heeft Oosterdijk nu ervaren. “De dynamiek is zo anders”, vertelt hij. “Dat maakt het super tof. Als Age Grouper is het gewoon jouw wedstrijd. Op de fiets zit je in je eentje als je een goede fietser bent en met zwemmen doe je alles zelf. Als pro komt er meer tactiek bij kijken. Met zwemmen heb je al allemaal groepen en op de fiets wordt echt samengewerkt. Je weet dat als je niet in de groep zit, je de zak bent.”