,,Ik wandelde op een dag in mijn eentje toen er een hardloper voorbij kwam. ‘Dat lijkt mij ook wel eens leuk’, dacht ik. Ik rende een stukje van de ene lantaarnpaal naar de ander en toen lag mijn maaginhoud naast de paal. Het was denk ik 150 meter. Ik vroeg mij af hoe mensen een kilometer hard konden lopen.” Ondertussen draait Aschwin IJzendoorn zijn hand niet meer om voor een kilometer rennen. Een bijzondere weg legde de atleet af. Het begon allemaal in 2005, toen IJzendoorn vrij plotseling besloot dat het roer drastisch om moest. De helft van zijn eigen lichaamsgewicht viel IJzendoorn af door gezonder te eten, heel veel rondjes te wandelen, te rennen, de sportschool plat te lopen én uiteindelijk zelfs triatleet te worden. 

,,Tot 2005 keek ik wel sport, maar dat was ook het enige wat ik er mee deed. Ik werd in 2003 erg ziek en opgenomen in het ziekenhuis vanwege een ontsteking op een plek waar mannen liever geen ontsteking hebben”, vertelt IJzendoorn. ,,Ik woog op dat moment 150 kilo en toen ze bloed prikten vroeg de arts of ik wel wist dat ik diabetes patiënt ben.” Ergens had IJzendoorn al zo’n vermoeden. Dat het ongezonde eten en vele roken deze gevolgen kon hebben, verbaasde hem eigenlijk niet. ,,Vanaf dat moment was ik dus diabetespatiënt en moest ik spuiten en slikken.” Nog drie jaar gooide IJzendoorn er met de pet naar, voordat hij het roer omgooide. ,,Ik zat in België langs de waterkant toen een fysiotherapeut die met diabetes patiënten werkt, zei: als je al zo lang zo zwaar bent, kun je er niets meer aan doen.” Krachtige en duidelijke woorden, die nog een tijd door IJzendoorn’s hoofd nagalmden. 

‘Ik liep nooit verder dan van de bank naar de koelkast’

Snel ging hij over tot actie. ,,Op een middag heb ik thuis twee vuilniszakken gepakt en alle kasten leeg getrokken.” ‘Kom, we gaan wandelen’, zei IJzendoorn tegen zijn vrouw.  ,,Ze keek mij heel verbaasd aan. Ik liep nooit verder dan van de bank naar de koelkast. We zijn de straat uitgelopen, en dat vond ik al een onwijs eind. Ik weet nu dat het 600 meter is.” Met het zweet nog op de rug besloot IJzendoorn dat hij morgen weer zou gaan. ,,Ik heb wel een soort van autistische neiging dat als ik iets doe, ik niet meer nadenk of ik het wel leuk vind: dan blijf ik gewoon gaan.” 

‘Je valt al twee kilo af als je met je ogen knippert’

Dat zijn wandelsessies snel resultaat opleverden, motiveerde enorm. ,,Met zo’n gewicht en zo’n slechte conditie, val je al twee kilo af als je met je ogen knippert”, grapt IJzendoorn. ,,In het begin ging het heel hard.” Na de eerste tien kilogram merkte IJzendoorn al dat hij minder eenheden insuline hoefde te spuiten. En dat volgens de meest effectieve en simpele aanpak, zo gelooft IJzendoorn: gezond eten en meer bewegen. 

‘My way or the highway’

Sonja Bakker komt er bij IJzendoorn niet in. ,,Ik werk al 26 jaar bij dezelfde baas, dus veel mensen kennen mij van toen en van nu. Soms kennen ze mensen die te zwaar zijn en vragen ze mij of ik eens met ze wil praten. Dan ben ik vaak wel bot, want het is ‘my way or the highway’. Het is de enige manier die echt werkt”, legt IJzendoorn uit die doelt op gezonder eten en meer bewegen. ,,Ik weet nu dat het een keuze is. Mensen die zeggen dat ze twintig keer hebben geprobeerd om af te vallen, maar het niet kunnen…Het is een keuze. Een weg die geplaveid is met kennis van voeding en niet Sonja Bakker. In het begin ben je als een drugsgebruiker: je moet afkicken. Een dag per week zondigen kan in het begin niet. Als je dat doet krijg je iedere week behoefte aan dat zondigen. Als je het er niet voor over hebt, is het ook goed. Maar je moet eerlijk tegenover jezelf zijn.” 

‘Tijdens een lange duurtocht ging ik zo min mogelijk eten’

IJzendoorn verdiepte zich met veel aandacht in de werking van het metabolisme. ,,Ik ben alles gaan lezen over eiwitten, vetten, koolhydraten en wat er in je lichaam gebeurt.” Daarin sloeg hij ook wel eens door. Het was als balanceren op het randje, verklaart de atleet zelf. ,,Ik weeg nu tussen de 72 en 75 kilogram. Als ik 75 weeg, merk ik dat ik beter presteer en de training beter aan kan. Maar toch vind ik het prettiger om 72 te zien als ik op de weegschaal sta. Tijdens een lange duurtocht op de fiets at ik soms zo min mogelijk. Ik weet dat ik echt ‘stupide’ dingen zeg, maar toch dacht ik soms zo. Nu vreet ik mezelf te pletter en kom ik na 170 kilometer fluitend thuis.” 

Een halve triathlon in 5:07

Gelukkig lukt het IJzendoorn ondertussen dus steeds beter om hierin een gezonde balans te vinden. Er lonkt nog een groot doel voor de atleet: een hele triathlon. Dit jaar zit het er niet meer in vanwege een vervelende val met de fiets en corona, maar volgend jaar hoopt de atleet zijn eerste Long Distance te volbrengen. Nadat hij in september 2008 het hardlopen uitbreidde met zwemmen en fietsen, finishte IJzendoorn al verschillende triathlons, waaronder een halve. Dat dezelfde man die ooit buiten adem raakte na 600 meter wandelen een eindtijd van 5:07 uur zou noteren op een halve triathlon, zouden veel mensen zich waarschijnlijk niet voor mogelijk hebben gehouden. 

IJzendoorn in training voor een triathlon. (Foto: Aangeleverd)