Het heeft ongetwijfeld te maken met het coronavirus dat er zo weinig pro’s aan de start stonden van Ironman 70.3 Busselton, want bij de mannen waren dat er slechts vijf en bij de vrouwen zelfs nog minder: drie om precies te zijn. Dat waren allemaal ook nog eens Australiërs. Aan het langste eind trokken in ieder geval Matt Burton (3:43:51 uur) en Dimity-Lee Duke (4:33:03 uur). Meest opvallend was – naast het gebrek aan grote namen – misschien nog wel dat de snelste vrouwelijke Age Grouper, de eveneens Australische Ann Brinkamp, bijna sneller dan Duke was.

Brinkamp kwam met een tijd van 4:33:44 uur namelijk gevaarlijk dichtbij Duke. Niet dat Duke daar tijdens de race notie van kon nemen, want beide wedstrijden gingen uiteraard niet tegelijkertijd van start. Al tijdens het zwemmen had Duke een voorsprong van ruim drie minuten op haar tegenstandsters Katherine Ryan en Catherine Rose, maar op de fiets werd het verschil weer een beetje kleiner om met een verschil van iets meer dan twee minuten haar loopschoenen aan te trekken. Tijdens die afsluitende halve marathon leek het nog even spannend te worden, schommelde het gat zelfs even rond de één minuut, maar uiteindelijk liep Duke toch bij iedereen weg om met een verschil van bijna twintig minuten te winnen.

Ook bij de mannen een bijzonder groot verschil, want daar trok Burton de wedstrijd met een voorsprong van 21:44 minuut op Ryan Bailie naar zich toe. Bailie moest nog wel even sprinten om het zilver, want drie seconden later pakte Blake Kappler het brons. Burton kwam tijdens het zwemmen juist als laatste uit het water, maakte zijn kleine minuut achterstand echter al snel goed en boog die tijdens het fietsen om tot een voorsprong van rond de vijf minuten. Tijdens het lopen werd zijn voorsprong dus alleen maar groter om uiteindelijk onbedreigd de titel binnen te slepen.