Zondagmiddag bekroonden Yennick Wolthuizen en Jony Heerink zich tot Nederlands Kampioen tijdens het NK Duathlon Lang in Spijkenisse. Over tien kilometer lopen, 40 kilometer fietsen en wederom vijf kilometer lopen toonden zij zich de sterkste. Met een tijd van 1:50:01 liet Wolthuizen onder andere broer Devi Wolthuizen (+2:51) en Joey van ‘t Verlaat (+4:30) – die het zilver en brons pakten – achter zich. Bij de dames maakten Marlou Bijlsma (+0:44) en Jeanet van den Berg (+1:57) het podium compleet. Heerink stopte de klok op 2:08:53. We spraken uitgebreid met beide winnaars over hun race. Eerder las je al een verslag over de jeugd- en juniorenrace.
Wolthuizen over zijn race
Een extra mooie dag voor Wolthuizen aangezien hij niet alleen de titel pakte, maar ook nog eens het podium kon delen met broer Devi, die na hem dus het zilver pakte. Vooraf was de hoop al gevestigd op het hoogst haalbare: de titel. ,,Ik zag mezelf wel als kanshebber, maar ik wist wel dat ik een goede dag zou moeten hebben om het waar te maken. Gelukkig was dat dus zo. Dat Devi – mijn broertje – tweede werd, was helemaal gaaf.” Op de fiets zag Wolthuizen nog even kans om zijn broertje aan te moedigen: ,,Het was een heen en weer parcours en ik zag dat hij in de buurt van Jelle (Lugten, red) zat: dat is een hele goede fietser. Hij zat er toen nog achter dus ik riep ‘kom op, rijd er naar toe’. Uiteindelijk wisselden ze bijna tegelijk en klopte hij Jelle tijdens het lopen.”
Terug naar de eigen race van Wolthuizen. ,,De eerste run ging niet zo soepel als ik had gehoopt. De laatste tijd ging het lopen heel goed dus ik dacht dat het wel goed moest gaan, maar het voelde niet heel makkelijk.” Thomas Cremers – die uiteindelijk als tiende finishte – bleef Wolthuizen dan ook met drie seconden net voor. Met dank aan een snelle wissel sprong Wolthuizen echter alsnog als eerste op de fiets: ,,In het wisselvak dacht ik eigenlijk al dat het goed ging, dus wilde ik echt gaan knallen.”
Maar ondanks zijn leidende positie ging het tweede onderdeel – het fietsen – ook niet helemaal vanzelf: ,,Het kostte mij veel moeite, maar ik kon mijn krachten wel goed leveren.” Na de eerste helft van het fietsen had Wolthuizen een nette voorsprong opgebouwd. ,,Nu geen gekke dingen meer, zodat ik consolideer voor de tweede run”, dacht Wolthuizen. Dat wierp zijn vruchten af: ,,De tweede run was echt genieten. Toen had ik zo’n voorsprong dat als er geen gekke dingen meer zouden gebeuren, ik wel zeker was van de winst.” De voorsprong bleek inderdaad ruim voldoende en zo bracht Wolthuizen het goud en daarmee de Nationale titel mee naar huis.
Titelverdediger Daan de Groot – die dit jaar Europees Kampioen Duathlon werd en ook een derde plaats op het WK Duathlon lang pakte – verscheen zondag niet aan de start om zijn titel te prolongeren. ,,Hij stond niet aan de start door een ontsteking in zijn kaak. Dat wist ik van tevoren. Dat was wel erg jammer, want je strijdt liever gewoon tegen iedereen waar je normaal ook tegen zou racen. Maar ik heb ook ooit een ontsteking in mijn kaak gehad en dat is echt vervelend; dan houdt het gewoon op.”
(tekst gaat verder onder foto)
Heerink over haar race
,,Ik had van tevoren niet verwacht dat ik zo vooraan zou liggen”, schetst Heerink haar verwachtingen. ,,Ik ging er ook een beetje onbevangen in. Ik had vooral zin om te racen en zin in een goede snelheidsprikkel, dus ik dacht ‘ik doe gewoon mee’.” Gezien de concurrentie die vooraf verscheen op de deelnemerslijst rekende Heerink zich zeker nog niet rijk: ,,Ik ken Marlou (Bijlsma, red.) goed en ik weet dat zij hard loopt en ook goed fietst. En Diede (Diederiks, red) is de laatste tijd supersterk. Dan zijn er ook nog altijd mensen die je niet kent, die het onverwachts goed doen. Dus ik wist niet wat ik kon verwachten. Ik wilde heel graag podium halen, maar ging er niet vanuit dat ik zomaar zou winnen.”
Al in de eerste run maakte Heerink zich los van de concurrentie. Met een tijd van 38:19 werkte zij de tien kilometer af. ,,Ik had een prima en lekker tempo te pakken in de eerste run, dus dat was goed. Na 2,5 kilometer moest Diede er af en toen zijn wij wat versneld. Ook Saksia (van Vugt, red) moest er even later af en zo liep ik met Marlou verder.” De twee trainen veel samen en zo zag Heerink er ook naar uit om tegen haar te racen: ,,Het was leuk om samen met haar mee te doen. Dat we met zijn tweeën weg liepen was perfect.” Toch moest Bijlsma uiteindelijk lossen en zo bleef Heerink eenzaam op kop over: ,,Dat laatste rondje liep ik in mijn eentje. Dat vond ik wel jammer, maar ik voelde dat ik nog over had, dus toen was ik weg en ben ik in mijn eigen tempo verder gelopen.”
Op de fiets kwam Heerink helemaal in haar element. Al was het maar door haar vernieuwde positie op de fiets: ,,Ik heb mijn tijdritfiets al twee of drie jaar geleden aangeschaft, maar zat er nooit goed op omdat het zadel niet hoog genoeg kon. Nu heb ik een nieuwe zadelpen en zat ik voor het eerst echt goed op mijn fiets. Ik had er nog niet op kunnen trainen, maar hij zat lekker dus ik dacht ‘ik ga het gewoon proberen’.” Gelukkig voor Heerink bleef de fiets de gehele 40 kilometer ‘lekker zitten’ en zo sloeg zij een gat op de achtervolging: ,,Na twintig kilometer had ik ineens een grote voorsprong. Het gat was zo groot, dat ik iets rustiger ben gaan fietsen omdat ik wist dat er nog een tweede run aan kwam. Iedereen kwam wel iets terug, maar ik had alsnog genoeg voorsprong.” Met een marge van 54 seconden op Van den Berg, die op dat moment tweede lag, hing Heerink haar fiets terug in het rek.
,,De tweede run heb ik nog goed door kunnen lopen, maar niet te hard. Die tweede run is altijd zwaar en je voelt overal kramp opzetten. Dus het is een kwestie van ontspannen proberen te lopen en dat was ook genoeg gelukkig. Na 2,5 kilometer had ik anderhalve minuut voorsprong en toen wist ik wel dat ze dat niet zomaar zouden dichtlopen. Maar je weet nooit wat er kan gebeuren, iedereen kan kramp krijgen.” Daar kreeg Heerink zeker geen last van en zo tilde zij het als eerste het lint op bij de finish. In de afsluitende vijf kilometer was Bijlsma nog voorbij gekomen aan Van den Berg, waardoor Bijlsma het zilver binnensleepte en Van den Berg het brons mee naar huis nam.