“Ik moest er zó hard voor gaan dat ik nauwelijks door had dat ik derde ging worden. Ik moest echt tellen: ‘Taylor Knibb is er en dan Summer Rappaport, dat is één en twee…dus dan zou ik drie zijn’.” Dat Maya Kingma zich in de laatste meters nog amper bewust was van de bronzen medaille die ze ging pakken tijdens de World Triathlon Championship Series Yokohama, is niet heel verrassend aangezien de atlete zo dapper was om met de Amerikaanse Taylor Knibb weg te fietsen bij haar concurrenten en dus hard vocht voor deze podiumplek. “Ik ben super blij”, reageert Kingma terwijl ze nog wacht op de dopingcontrole. “Ik zit nog wel vol ongeloof. Ik heb sinds net weer internet en ben alle berichtjes aan het lezen…dat is zo tof. Dan begint het een klein beetje tot me door te dringen.”

Zoals Kingma al vooraf aangaf in een interview, lag de focus vandaag op het fietsen. Voor dit tweede onderdeel had Kingma met zichzelf afgesproken dat ze risico zou nemen en dat deed ze niet zuinig ook. “Het zwemmen ging eigenlijk best wel goed”, neemt ze ons mee terug naar het begin van de dag. “Ik geloof dat Summer op kop zwom. Zij kwam langs en zwom aardig door, dus ik dacht ‘dat is wel genoeg’. Toen heb ik mij gefocust op een goede wissel.” Dat wierp zijn vruchten af, want Kingma – die als derde aan wal klom – zat als eerste op de fiets. “Ik heb die eerste ronde gewoon keihard gefietst in de hoop dat ik het op een lint zou trekken en dat er groepjes zouden ontstaan. Maar dat gebeurde niet….wat ik aan het doen was had helemaal geen nut en dus liet ik me terug zakken.”

Genoegen met een positie in de groep nam Kingma echter niet. “Ik probeerde het een beetje draaiende te krijgen, maar er waren maar twee atleten die wilden fietsen: Taylor Knibb en Lotte Miller. De groep werd steeds groter en dat was niet wat ik wilde.” Kingma nam zich voor de twee dames aan te spreken en voor te stellen om samen na het volgende technische stuk weg te rijden. “Maar toen ging Taylor er ineens zelf al vandoor en ben ik mee gegaan.”

Dat de twee zo’n groot gat konden slaan – ruim twee minuten – zag Kingma niet voor mogelijk. “Die eerste rondjes denk je wel ‘ja dit is nuttig wat we doen’. En ik had me voorgenomen om de eerste vier rondes voluit te fietsen. De vijfde ronde zou ik het dan wel gaan zien.” Maar aan Knibb had Kingma een verrassend goede partner: “We liepen gewoon uit. Na een paar rondjes weet je dan dat je het door moet trekken.” Als je zo ver weg raakt van de achtervolgende groep, verliezen zij op een gegeven moment de motivatie om terug te komen, legt Kingma uit. En zo werd de voorsprong van de dames dus alsmaar groter.

Maar er moest nog gelopen worden. “Ik had op zich wel vertrouwen in het lopen. Al was ik mij er wel van bewust dat die anderen met hele frisse benen zouden gaan lopen, terwijl wij met zijn tweeën heel hard hadden gewerkt op de fiets. Maar ik probeerde er niet aan te denken en liep gewoon zo hard als ik kon.” De eerste ronde lukt dat heel goed, maar in de tweede ronde werd het zwaar: “Toen kreeg ik last van zij-steken en ging ik echt een stuk langzamer. Ik had in trainingen wel gezien dat ik redelijk kan lopen, maar ik moest het nog wel gaan doen ook.” De steken zakten ondertussen gelukkig weg, maar Summer Rappaport deed het tegenover gestelde. De Amerikaanse kwam van achter snel opzetten. “Ik heb geprobeerd haar zo lang mogelijk voor te blijven en ik dacht ‘als ze me inhaalt, moet ik gewoon mee’. Dan probeer ik het en zien we wel. En dat ging nog best oké.” Al moest Kingma Rappaport uiteindelijk voor zich dulden, bleef ze sterk lopen en passeerde ze dus met een derde plek de finish. “Iemand van de organisatie van World Triathlon vroeg na de finish waarom ik minder emotioneel was dan in Karlovy Vary. ‘Ik ben gewoon nog even kapot’, reageerde ik.”