“Ik wist dat het twee kanten op kon vallen: óf ik zou echt een goede race hebben en het zou een soort ‘super compensatie’ voor vorige week zijn, óf ik zou toch een beetje leeg zijn.” Vorige week werd Michiel de Wilde nog negentiende tijdens Ironman 70.3 Texas en dit weekend stond hij alweer aan de start van Ironman 70.3 Florida. Die ‘super compensatie’ waarop hij hoopte, kwam er helaas niet. Uiteindelijk moest De Wilde genoegen nemen met een zeventiende plek. Op papier een betere prestatie dan vorige week, maar in de praktijk voelde dat niet zo. 

“Het zwemmen was een beetje chaos”, begint hij bij het begin. “Iedereen zwom alle kanten op en halverwege voelde ik me al best wel leeg. De wisselzone was heel lang en toen merkte ik het vooral; ik rende de wissel door met een hartslag van 200 en was helemaal kapot.” Toch zat De Wilde op dat moment nog goed in de mix. Als zeventiende bereikte hij zijn fiets op 2:23 minuut achterstand tot de kop van de wedstrijd.

Fietsen: ‘Het voelde beter dan vorige week’

“Op de fiets kwam Bart Aernouts voorbij, de uiteindelijke winnaar. Dus ik dacht ‘mooi, ik ga in zijn wiel zitten’. Maar na ongeveer vijf minuten 350 watt in het wiel te trappen, wist ik dat dat hem niet ging worden. Hij had ook de snelste fietstijd (1:59:47, red.).” Een ‘leermomentje’ grapt De Wilde: “Even noteren voor mezelf: harder fietsen.” Hij moest Aernouts’ wiel dan wel laten gaan, toch bleef De Wilde goed in zijn ritme. “Toen hij weg was, heb ik best wel ‘steady’ kunnen fietsen. Het voelde beter dan vorige week, maar ik deed nu wel alles solo. Een paar keer haalde ik iemand in en vroeg ik of ze samen wilden werken. Maar dan reed ik vijf minuten op kop, keek ik achterom, was het gat weer te groot en dan ging ik weer alleen verder. Er was geen grote groep. Die zat helemaal voorin en had ik op een halve minuut gemist na het zwemmen.”  

‘Ik kon niet meer pushen’

Ondertussen liep de temperatuur hard op. “Het was zo’n 32 graden en de luchtvochtigheid was heel hoog.” Toch voelde De Wilde zich nog best goed. Maar, tijdens de halve marathon kwam daar verandering in: “Met lopen moesten we twee flinke heuvels over. Dat voelde sowieso al ‘ruk’, of je nu fit bent of niet. Toen dacht ik dat ik daarna wel in het ritme zou komen, maar dat gebeurde niet. Ik kon niet meer pushen en liep in zo’n ‘sukkeldrafje’. Mijn maag begon moeilijk te doen en ik moest een paar keer naar de wc. Maar, ik had geen pijn.” Dat laatste was dan ook de reden dat De Wilde doorzette: “Voor een goede tijd hoefde ik het niet meer te doen, maar zolang ik niet leeg was en nog enigszins kon lopen, kon ik er een mentaal zware duurloop van maken.” 

‘De knop ging vrij snel om’

Over een maand heeft De Wilde een Long Distance op het programma staan en kan die ‘training’ nog wel eens van pas komen: “De knop ging vrij snel om: gewoon finishen. Je zag iedereen er mee stoppen, want meer dan 50 procent stapte uit. Ik had dat ook prima kunnen doen, maar dan zou ik met een vervelende nasmaak naar huis zijn gegaan.”