Een échte topklassering zat er voor beide vrouwen niet in – daar werd niet hard genoeg voor gelopen – maar Rachel Klamer en Maya Kingma deden zojuist alsnog prima mee bij de World Triathlon Cup in Rome. Na een interessante race om te volgen was de run allesbepalend, ging de winst naar de Duitse Nina Eim en streden de Nederlandse vrouwen daarachter voor het hoogst haalbare.

Tijdens het zwemmen nam de Italiaanse Bianca Seregni de leiding en na 9:36 minuut had ze haar 750 meter er alweer op zitten. In haar kielzog kwamen Jolien Vermeylen, Olivia Mathias, Mathilde Gautier, Alice Betto, Anna Godoy Contreras en Natalie van Coevorden uit het water, waarna Maya Kingma als achtste richting haar fiets rende. Dat gebeurde wel op 30 seconden achterstand van de koploopster, terwijl Rachel Klamer als 24e uit het water kwam en op dat moment 46 seconden toegaf.

Na een cruciale wissel – terwijl er vanuit het water ook een behoorlijk stuk gerend moest worden voor de atletes bij hun fiets kwamen – gingen Gautier, Mathias en Vermeylen er met z’n drieën vandoor. Dit trio ging dus op avontuur en gedurende de vijf fietsrondes, iedere keer met een pittig klimmetje, bleven de drie vrouwen uit handen van het jagende peloton. Aanvankelijk zat Kingma in een eerste achtervolgende groep met zeven vrouwen, maar een grotere groep daarachter, met ook Klamer daarin, haalde het groepje in om uiteindelijk dus tot één jagend peloton te komen.

De achtervolgende groep reed vrijwel de hele tijd op ongeveer een halve minuut achterstand, maar in de laatste fietsronde werd er extra gas gegeven en kromp de achterstand enorm in. Eenmaal in T2 lag het peloton nog maar 12 seconden achter de drie koploopsters, waardoor een op papier spannend looponderdeel gegarandeerd leek.

Tijdens de run nam Vermeylen brutaal de leiding, in haar eentje en zonder over haar schouders te kijken. De Belgische atlete liep zo sterk dat ze haar voorsprong behoorlijk snel zag groeien. Ondertussen hadden Klamer en Kingma de slag enigszins gemist, waardoor ze zich ver van achteren in de grote groep bevonden. Wel mooi om te zien dat de twee Nederlandse dames zij aan zij liepen en dus niet alleen een strijd voor een topklassering voerden, maar ook het onderlinge duel niet werd geschuwd.

Halverwege de run begon Vermeylen toch wat meer over haar schouders te kijken en dat was ook niet verwonderlijk; ze voelde aan alles dat Nina Eim, Cathia Schär en Marlene Gomez-Göggel dichter- en dichterbij kwamen en niet veel later zelfs voorbij kwamen aan de Belgische. Ondertussen was Klamer – elfde – weggelopen bij Kingma; zij lag twintigste en mocht de conclusie trekken dat er vooral qua loopniveau nog behoorlijk wat moet verbeteren richting de Olympische Spelen van volgend jaar.

Vooraan de wedstrijd ontstond een mooie strijd tussen de vier koploopsters, die lang bij elkaar bleven lopen en steeds dichterbij de finish kwamen. Eim was de vrouw die het tempo bepaalde en het sterkst leek, terwijl Vermeylen daardoor het eerste kind van de rekening werd en de aansluiting verloor.

Eim bleef in de laatste meters door versnellen en uiteindelijk kon niemand haar volgen. Het leverde haar de overwinning in 51:16 minuut op. Gomez-Göggel werd een paar seconden later tweede, terwijl Schär weer een paar seconden later derde werd.

Klamer finishte uiteindelijk als negende, op 37 seconden van de winnares. In een eindsprint met de Spaanse Anna Godoy Contreras trok Klamer aan het langste eind. Kingma werd zestiende op 1:12 minuut.