“Eindelijk kon ik in een wedstrijd testen wat ik het afgelopen jaar qua training heb gedaan. Ik heb niet getwijfeld, een vlucht en hotel geboekt en ben gegaan.” Tristan Olij opende zijn seizoen vandaag met een knappe achttiende plek tijdens Ironman 70.3 Dubai. Met een tevreden gevoel kijkt hij terug op de wedstrijd: “Ik ben heel tevreden met dit resultaat en weet dat er nog meer in zit, dus dit smaakt naar meer.” 

Toch analyseert hij zijn wedstrijd ook nuchter: “Er zijn natuurlijk ook wel verbeterpunten en ik weet waar ik tijd heb laten liggen. Ik had bijvoorbeeld geen snelveters in mijn schoenen. Dat heeft me zeker veertig seconden gekost. Maar dat maakt ook allemaal niet uit. De drie onderdelen waren allemaal oké”, vat Olij zijn wedstrijd samen. “Het fietsen ging goed; dat was echt alles of niets. Het lopen was oké en het zwemmen iets minder.”

‘Bijna 47 kilometer per uur gemiddeld’

Na het zwemmen zag Olij dan ook op tegen een achterstand van 1:45 minuut tot de kop. Op de fiets begon hij aan een inhaalslag, maar dat ging niet direct zoals hij voor ogen had: “Er zat een groep met veertien atleten voor mij en daar probeerde ik heen te rijden, maar toen ontplofte ik eigenlijk. Dat haalde ik niet. Dus toen kwam ik een groepje met vier man daarachter te zitten. Uiteindelijk heb ik niet heel veel verloren.” Logisch ook, want het tempo lag hoog: “Ik heb bijna 47 kilometer per uur gemiddeld gereden. We hadden heen wind tegen en terug wind mee. Heen ging het ook een beetje omhoog – zo’n 300 hoogtemeters zaten er in het parcours – en vooral terug was gewoon…Daar reed ik op sommige stukken gemiddeld 60 kilometer per uur”, lacht hij.

‘Laatste vier kilometer was echt strijden’

“Ik heb wel echt volle bak gefietst en uiteindelijk kostte me dat ook wel iets met lopen natuurlijk. Ik liep 1:15 en dat is niet verkeerd, maar dat moet wel beter kunnen. Ik heb verder tijdens het lopen niet veel gewonnen en ook niet veel verloren. Tot zestien kilometer ging het best goed, maar de laatste vier kilometer was het echt strijden. Toen ben ik nog door twee mensen ingehaald, die moest ik ook gewoon laten gaan. Dan is het in eigen tempo naar de finish lopen.”

‘Temperaturen rond de dertig graden’

De focus lag vooral op drinken. Dat moest ook wel met temperaturen van rond de dertig graden Celsius. “Niet normaal heet. Vooral als je net uit vier graden in Nederland komt”, vertelt Olij. “Ik heb goed op mijn voeding gelet en gezorgd dat ik veel water binnen kreeg. Dat vond ik wel spannend van tevoren; hoe dat zou gaan met vocht. Ik ben iemand die daar snel last van heeft. Maar het ging eigenlijk best goed. Ik heb ook ruim de tijd genomen om veel vocht binnen te krijgen.”