Er werd afgelopen weekend weer keihard geracet tijdens de SLT Arena Games in Rotterdam. Het waren uiteindelijk de Britse Sophie Coldwell en de Belgische Marten van Riel die er met de winst vandoor gingen. Namens Nederland gooide Maya Kingma hoge ogen door een vijfde plek veilig te stellen. Bij de vrouwen stonden ook Rachel Klamer en Rani Skrabanja aan de start, die respectievelijk negende en tiende werden. Bij de mannen zag Marco van der Stel een hoge ranking aan zich voorbij staan door een defecte loopband. Hij moest dan ook genoegen nemen met een achtste plek. Super League Triathlon dook na de wedstrijd in de cijfers van deze snelle en bijzondere race: van wattages tot snelheden en van hartslagen tot wisseltijden. We zetten een paar interessante cijfers op een rij.

Wattages

Met gemiddeld 5,1 watt per kilogram, was het de Engelse Beth Potter – eerder nog winnares van de SLT Arena Games London – die de beste fietsprestaties neerzette. Alleen de Engelse Jessica Learmonth trapte met 5,2 watt per kilogram ooit een hoger wattage. Dat was tijdens de SLT Arena Games Rotterdam in 2020. In verhouding tot de winnaar in de mannenrace – Van Riel – trapten de vrouwen flink harder. Van Riel trapte namelijk ‘slechts’ 4,6 watt per kilogram.

De battle tussen Coldwell en Potter

Alle drie de vrouwen die op het podium eindigden – Coldwell, Potter en de Spaanse Anna Godoy – verbraken de SLT Arena Games records tijdens het looponderdeel in de tweede heat. Het was Coldwell die met 3:06 over 1000 meter de snelste tijd klokte: opvallend, aangezien Potter recent nog 14:41 minuut liep op de vijf kilometer en gevreesd wordt voor haar extreem sterke looponderdeel. Toch wist Coldwell haar dit weekend dus te overtreffen. Gemiddeld lag het tempo van Coldwell twee seconden hoger dat van Potter. In een vergelijkbare derde heat tijdens de SLT Arena Games London, was dat compleet anders. Toen liep Potter 3:23 min/km en Coldwell 3:31; acht seconden langzamer dus.

Het was met name Coldwell die beduidend beter liep dan vorige maand in Londen. Terwijl ze in Londen over de gehele race een gemiddeld tempo van 3:19 min/km liep, was dat in Rotterdam 3:11. Overigens was dat niet haar enige sterke onderdeel, want Coldwell klokte ook in het water iedere ronde de snelste tijd.

Snelle wissels

Ook aan haar wissels lijkt Coldwell gewerkt te hebben. Dat moest ook wel, want op Potter stond in Londen geen maat als het op dit ‘onderdeel’ aan kwam. Zo snel als Potter was Coldwell nog altijd niet, maar ze kwam een stuk dichterbij. In Londen was Potter gemiddeld 30 seconden sneller dan Coldwell. In Rotterdam was het verschil slechts dertien seconden.

Hartslag

De Nederlandse Skrabanja viel in het overzicht met alle hartslagen op: de atlete had met een gemiddelde hartslag van 184 slagen per minuut over de gehele race de hoogste hartslag van iedereen. Van Riel week – wederom – met een gemiddelde hartslag van slechts 143 extreem af van de rest van de atleten. Opvallend genoeg lag zelfs de gemiddelde hartslag van Van Der Stel, die door technische problemen een tijd stil kwam te staan, met 152 nog hoger dan het gemiddelde van Van Riel.

Beide winnaars hadden de grootste daling in hun hartslag tussen de verschillende heats. Dat is ook logisch aangezien zij eerder klaar waren en dus nét iets langer rust hadden dan andere atleten. De hartslag van Coldwell zakte van 181 aan het einde van de tweede heat naar 119 bij het begin van de derde heat. Een daling van 62 slagen. Van Riel’s hartslag zakte op ditzelfde moment 47 slagen per minuut: van 156 naar 109.

Alex Yee snelste loper

Het was geen verrassing dat de Engelse Alex Yee de snelste loper van de dag was. Hij liep gemiddeld 2:42 min/km. Dat was vier seconden sneller dan het voormalig SLT Arena Games record dat door de Spaanse Javier Gomez werd gezet.

Snellere looptijden vergeleken met Londen

Van Riel liep zondag met een tijd van 2:44 min/km harder dan hij vorige maand in Londen deed – toen liep hij 2:55 min/km – en hij was zeker niet de enige. Maar liefst acht van de tien mannen liepen namelijk onder de drie minuten op de 1000 meter. In Londen slaagden slechts vier mannen daarin.