De ster van Tom Oosterdijk is snel rijzende: in korte tijd ontwikkelt de Long Distance atleet zich rap en dat leverde hem de afgelopen weken al twee zeges op. Een paar weken terug trok hij aan het langste eind bij de Age Group race van Challenge Wanaka en eergisteren trok hij de overwinning naar zich toe bij Ironman New Zealand. ,,Maar toch gaat er ook nog een hoop mis. Dit jaar wil ik echt gebruiken om ervaring op te doen en dan hoop ik volgend jaar de stap richting de profs te maken.”

We spreken Oosterdijk 24 uur na zijn gouden race. Hij is net terug van een avondje ‘bier drinken’ met een aantal andere atleten. ,,Ik begin mijn benen nu wel aardig te voelen, want het was natuurlijk een lange dag. De afgelopen weken heb ik geprobeerd om als een prof te leven, zodat ik kon zien hoe mijn vorm dan zou zijn. Na Kona (WK vorig jaar, red.) heb ik hard gewerkt aan mijn zwemmen en dat is met stappen vooruit gegaan. Ook op de fiets was ik vrij sterk, maar tijdens de marathon had ik het al vanaf het begin zwaar. Vanaf de eerste kilometer was het ‘heel kut’.”

Leven als een prof

Maar eerst dat ‘leven als een prof’. De afgelopen weken zat Oosterdijk al ‘down under’ en bereidde hij zich samen met niemand minder dan Joe Skipper (de uiteindelijke winnaar van de profrace, red.) voor op Ironman New Zealand. ,,We leren veel van elkaar en dat zit hem vooral in de kleine details”, legt Oosterdijk uit. ,,Denk bijvoorbeeld aan de aerodynamica op de fiets. Joe en ik hebben veel tests gedaan en waar ik dan bijvoorbeeld 350 watt trap, trapt hij er ‘maar’ 290. Dat maakt een enorm verschil in de wedstrijd. Ik weet dat ik hard kan fietsen, maar hier zit dus nog een heleboel gratis winst.”

Geklungeld

Maar dan dus terug naar die marathon. ,,Het was meteen afzien. Ik had opgeblazen voeten, heb mijn schoenen en sokken uit moeten trekken, er waren twee sanitaire stops nodig en mijn knieholtes waren helemaal open. Ik heb best wel een heleboel geklungeld. Als ik dat niet had gedaan, had ik misschien het parcoursrecord gepakt. Achteraf baal je daar wel van, maar onder de streep is 8:40 uur nog steeds een hele mooie tijd natuurlijk.”

Dan is het ook nog eens zo dat Oosterdijk zijn eerste achtervolger, Olivier Godart, steeds dichterbij zag komen. ,,Na 35 kilometer liep hij ineens vlak achter me”, doelend op het gat dat nog maar 13 seconden bedroeg. ,,Ik wist gewoon dat ik nooit meer zou kunnen versnellen als hij me voorbij zou lopen. Maar, twee kilometer later keek ik achterom en was hij niet meer te zien. Hij had zich blijkbaar toch opgeblazen. De laatste drie kilometer was een soort van ereronde met al het publiek. Gewoon ‘gaan met die banaan’.”

‘Ben ik wel profwaardig?’

De stap naar het profbestaan zal dit jaar nog even in de ijskast worden geparkeerd. ,,Ik heb tegen mezelf gezegd dat als ik prof zou worden, ik dat alleen wil doen als ik met de internationale top kan meedraaien. Ben ik anders wel profwaardig? Ik heb nu wel twee zeges bij de Age Groupers, maar er gaat ook nog een hoop mis. Het is een beetje te vroeg om nu al prof te zijn. Dit jaar wil ik Wereldkampioen op Hawaii worden: in mijn eigen leeftijdsgroep en misschien zelfs overall. Na Kona zou ik dan graag als prof gaan starten, wellicht volgend jaar te beginnen bij Ironman Lanzarote.